EHBA: reglementeringen betreffende de kledij

Last Updated on 20 januari 2015 by Pieter Thysen

Uittreksel uit de Nationale Sportreglementen1: C.3 Speelkledij

De speelkledij bestaat normaal uit een hemdje met korte mouwen, een sportbroekje of een rokje, sokken en sportschoenen; andere kledij zoals een trainingspak of een deel ervan mag tijdens het spel niet gedragen worden, behalve met toelating van de hoofdscheidsrechter. Het is verboden de interclubs te betwisten met schoenen waarvan de zolen sporen kunnen nalaten.

De hoofdkleur van een hemdje, een broekje of rokje, met uitzondering van de kraag en de mouwen van het hemdje zal duidelijk verschillen van de kleur van de gebruikte bal.

Op de speelkledij mag het volgende aangebracht zijn:

  • een schildje of een opschrift aan de voor- of aan de zijkant, binnen een totale oppervlaktevan 64 cm2;
  • cijfers en letters op de achterkant van het sporthemdje teneinde een speler of zijn club teidentificeren;
  • reclames, doch die mogen geen tabak, alcohol of ongezonde producten aanprijzen;
  • het I.T.T.F.- embleem, indien het model van het kledingstuk door de I.T.T.F. goedgekeurd is.

Opschriften of versieringen op de voor- of op de zijkant van de speelkledij, noch voorwerpen gedragen door de speler, zoals bv. juwelen, mogen niet zodanig opzichtig of zo hevig weerspiegelend zijn dat het zicht van de tegenstander er door gehinderd wordt.

Om het even welk probleem i.v.m. de wettelijkheid of de toelaatbaarheid van speelkledij wordt beslist door de hoofdscheidsrechter met uitzondering dat hij geen kledingstuk onwettelijk of onaanvaardbaar mag oordelen als het toegelaten werd door de I.T.T.F.

Nationale afdelingen: gedurende gans de duur van een ontmoeting moeten alle spelers van éénzelfde ploeg optreden in een sporthemdje van dezelfde kleur.

Landelijke en Provinciale afdelingen: dezelfde verplichting geldt voor de ploegen van de landelijke en van de provinciale afdelingen volgens de beschikkingen van respectievelijk de Vleugel of van het Provinciaal Comité

Het vertegenwoordigen van de Bond: als een speler de Bond vertegenwoordigt moet hij de uitrusting dragen die voor deze gelegenheid ter beschikking werd gesteld.

Het vertegenwoordigen van een Vleugel: als een speler een Vleugel vertegenwoordigt moet hij de uitrusting dragen die voor deze gelegenheid ter beschikking werd gesteld.

Het vertegenwoordigen van een Provincie: als een speler een Provincie vertegenwoordigt moet hij de uitrusting dragen die voor deze gelegenheid ter beschikking werd gesteld.

Uittreksel (gedeelte) uit het handboek voor wedstrijdofficials2: 8.6 – Wisseling

Men dient de spelers aan te sporen om niet van kledingstukken te wisselen voor de ogen van de toeschouwers. Als het nodig is dat een speler een deel van zijn speelkledij wisselt omdat het gescheurd is of doordrenkt van het zweet, dan kan deze speler tijdens elke toegelaten spel- onderbreking de toelating krijgen om, vergezeld van een official, de speelruimte te verlaten.

De hoofdscheidsrechter kan deze toelating ofwel, voor elk geval dat zich voordoet ofwel, in het algemeen, vóór de aanvang van de wedstrijden aan de scheidrechters geven.